Hard Rain 10 jaar, Trianon Nijmegen, 3 december 2017

-Henny K.

Het hoort bij hun concerten: Regen. Dit keer zacht. Patrick en ik wandelen de Berg en Dalseweg af naar Trianon. Start: 15.30 uur, een glas champagne bij binnenkomst. Van Rob heb ik dan al gehoord: een primeur vanmiddag, een oudje. Patrick ziet zijn nicht, die zou wel eens mee kunnen zingen. Het zal zo gaan.

We staan vooraan. Er is nog wat ruimte tussen ons en podium. Een meter van Rob af, genoeg om zijn expressieve gezicht van moment tot moment met de muziek en de tekst mee te zien veranderen. Intensiteit gegarandeerd vanmiddag, weet ik als gitaren en drums zich bij hem voegen. Gitaren die klinken zoals het moet, hard, rauw, metalig, snerpend, gierend, melodieus, op de beste momenten mee- en wegvoerend: het kleine propvolle zaaltje uit, even paradijselijke verten in.

Ballad of Hollis Brown!  Dat is hem denk ik. Dit oudje is het nieuwtje vandaag. De vertolking intrigeert. Feest is ineens ver weg, duister overheerst.  Dramatische toonzetting, ingetogen, rauw, verhuld agressief. Passend bij de immer aangrijpende tekst:  There’s seven people dead on a South Dakota form, somewhere in the distance there’s seven new people born.

Nog een keer wordt deze sfeer geëvenaard, bij Not dark yet. Ook hier dreiging, iets verder weg nog, maar toch al benauwend voelbaar. Het ‘Onweer’ dat eraan komt, dat genadeloos op de ‘Hard Rain’ zal volgen: It’s not dark yet, but it’s getting there’.

Te waarderen valt dat Hard Rain niet voor de gemakkelijke ‘covers’ gaat maar zoekt naar de pareltjes in het werk van de vroege, de midden en de oude Dylan. Zij die hen en Bob volgen weten wat ik bedoel. Naarmate het concert vordert, stijgt het speelplezier en enthousiasme van zanger en begeleiders. Uitdaging gevolgd door opzweping. De vonk slaat over op de toeschouwers. Ook die worden warm en blij, raken in vervoering, komen in beweging.

En dan betreur ik die meter tussen ons en het podium. Het voordeel is dat ik er het gepraat van al die mensen niet hoor die het belangrijkst bij een concert vinden dat ze zichzelf horen praten, het nadeel is dat er nu een oud stel [zo] voor me heen en weer paradeert [die ‘hun plezier en liefde’ zo exhibitionistisch menen te moeten tonen] dat mij en mijn omstanders  al snel de lol vergaat.  

Gelukkig kondigt Rob daarop snel de komst van The Girls aan. Gepassioneerd zingende jonge dames die de feestvreugde écht verhogen in A Hard Rain’s Gonna Fall, Serve Somebody, Knocking on Heavens door. Die bereiken dat ook de monden van het publiek opengaan om luidkeels ‘Like a Rolling Stone’ mee te brullen. Dat beste nummer aller tijden dat steeds weer die existentiële eenzaamheid benadrukt: How does it feel, to be on your own? Dat nummer dat paradoxaal genoeg ook steeds weer zoveel menselijke verbinding teweeg brengt.

Na zo’n concertervaring kunnen we er weer een tijd tegen, zeg ik tegen Patrick als we de Berg en Dalse weg terug oplopen. Het regent nog steeds zacht.

We weten allebei dat er vandaag geen weg terug is.  

The Girls waren (in het laatste nummer) onverbiddelijk

If You gotta go,

You gotta go,

You gotta go,

Go now!