Trianon Nijmegen, 29 december 2013

-Yvonne Gerrits

In de pauze trof ik een van de jongste bezoeksters aan het concert van Hard Rain in het nog altijd bijna beroemde (muziek)café Trianon op de drempel naar 2014. Wat ze zei verbond ter plekke oud en jong, oud en nieuw, verleden, heden en toekomst in het meest hoopgevende zinnetje dat ik dit jaar gehoord heb. Ze zei: 'Ik word zo blij van deze muziek.' Ik hoefde niet te vragen waarom want ze voegde er onmiddellijk aan toe: 'Als ik dit zie, hoor en voel weet ik dat ik over veertig jaar gerust nog net zo hard uit mijn dak kan gaan als nu zonder me oud te voelen.'

Dat gebeurde in de pauze. De eerste set zat er toen al op. Ik heb al eens eerder beschreven hoe de magie van Hard Rain na een rustige aanvang zich met tovertikjes over het publiek verspreidt. Sinds het eerste optreden van de band, ook in Trianon, vandaar mede de titel 'Bringing it all back home', volgt die opbouw steevast hetzelfde patroon, met dit verschil gisteren dat de tovertikjes al heel snel plaatsvonden. Ik hoorde gisteren Mr. Tambourine Man wederom vertolkt in een jasje dat het oude nummer waar ik nooit heel erg dol op ben geweest weer interessant voor me maakt. Maar ik hoorde ook Watching The River Flow, eveneens in een andere, veel minder ingetogen versie dan het origineel. Een van die heerlijke meezingers van Hard Rain is Serve Somebody. Een gospelsong zou je kunnen zeggen. Gospelsongs zijn gemaakt om mee te galmen, een uitermate vrolijk en uitnodigend liedgenre wat mij betreft. Voor Dylan staat het onomstotelijk vast dat je ofwel de duivel of de Heer zult moeten dienen, wat gelijk staat aan kiezen tussen goed en kwaad. Als ik meezing golf ik mee op de passie die er in vertolkt wordt zonder de overtuiging te delen. En dat mag allemaal.

Golven op de passie van de muziek van Hard Rain, de band die haar inspiratie haalt uit het werk van Bob Dylan en die net als haar inspiratiebron blijft sleutelen aan het eigen werk. Ik neem er mijn hoedje voor af. 'En ze blijven ook zo gewoon mensen onder elkaar' zou frontman Rob Kuitenbrouwer gezegd kunnen hebben tussen de nummers door op de bekende zichzelf relativerende manier. Zoals ze er ook een einde aan beloofden te maken op tijd voor Studio Sport. Dylan in Nijmegen, ik ben er blij mee.